Overweldigd door de natuurpracht, baan ik me een weg door de bloemenzee naast onze expeditietrailer. Mijn schoenen heb ik uit gedaan. Ik wil het gras tussen mijn tenen voelen: de ultieme vrijheid. Ik houd halt en volg een wilde bij die een plant aan het verkennen is. Vlinders fladderen af en aan. Mijn hart maakt een sprongetje als ik een rups weet te spotten tussen de planten. Daar sta ik dan, geëmotioneerd door de natuur. In een vlindertuin in Amsterdam-Noord of all places. Dat Mot in Mokum een plek als geen ander is, moge duidelijk zijn.
Het is zaterdagochtend als ik arriveer op de parkeerplaats van stadslandbouwproject Noordoogst in Amsterdam-Noord. Vijf minuten geleden reed ik nog op de snelweg, nu bevind ik me in een soort groene oase waar enkel natuur en positiviteit ertoe lijken te doen.
Na een klein stukje lopen over het terrein, zie ik het dakje van de heuse expeditietrailer boven de begroeiing uitsteken. Hier slaap ik vannacht samen met een vriendin. Een vlonder met aan weerszijden kleurrijke bloemen, leidt ons naar de ingang van het bijzondere verblijf.
Dromen waarmaken - Een vlindertuin onder de rook van Amsterdam
Nicky is de eigenaar van Mot in Mokum. “Als geld geen rol zou spelen, wat zou je dan het liefste doen?” was de vraag die Nicky’s vrienden een paar jaar terug stelden tijdens een avond op het terras. “Dan zou ik een vlindertuin in Amsterdam beginnen”, was Nicky’s antwoord. Als kind was hij al gefascineerd door insecten en de natuur. Dat de natuur over het algemeen geen groot onderdeel is van het volwassen leven, bevalt hem maar niks. Dit kan niet de bedoeling zijn, dacht Nicky.
Een onderzoek over de achteruitgang van insectenpopulaties gaf de doorslag. In de afgelopen 30 jaar is maar liefst 70% van de vliegende insecten verdwenen en dat is ontzettend zorgelijk. Nicky vertelt: “Ik heb letterlijk het verval meegemaakt. Voor elke vlinder die je nu ziet, had je er vroeger vier meer. Men vraagt zich wel eens af wat voor functie vlinders dan hebben, want je ziet altijd alleen maar berichten over bijen. Maar als er geen vlinders meer zijn, hebben we ook geen rupsen meer en kunnen vogels niet meer eten. Veel mensen zien de noodzaak niet om deze insecten te beschermen, maar zonder hen is de balans in de natuur compleet verstoord. Toen ik dit besefte, ben ik gaan uitzoeken wat je voor vlinders kunt doen.”
Zes jaar geleden kwam zijn droom uit met de vlindertuin op het terrein van Noordoogst in Amsterdam. “Je hoort alleen maar dat je gewoon meer bloemen moet planten, maar dat is het antwoord niet. Wel vond ik veel andere antwoorden, daar heb ik deze plek omheen bedacht.”
De vlindertuin vanuit de kas - Op expeditie in Amsterdam-Noord
Het allereerste idee voor de tuin, was een tropische vlinderkas waar Nicky allerlei soorten vlinders zou kweken. Maar dit was het toch niet helemaal. Daarom besloot hij om het helemaal om te draaien: de mens in de kas en de vlinders buiten in de vlindertuin. Deze “kas” is ingestoken als expeditietrailer, gevuld met observatieapparatuur, boekjes en posters. Alles om maar zoveel mogelijk over de rupsen en vlinders te weten te komen.
Iets verderop in de tuin staat het Poppenhuis. Hierin vind je vaak het een en ander aan rupsen die langzaam transformeren tot vlinder. Als je geluk hebt, mag je tijdens je verblijf bij Mot in Mokum een vlinder vrij laten! Het is slechts een kwestie van de juiste timing.
De expeditietrailer bouwde Nicky zelf vanuit een oude boottrailer. De accommodatie bestaat uit één ruimte waarin je een toilet, keukenblok, bankje en een bed vindt. Het keukentje is simpel, maar heeft met een wasbak, gaspit en koelkast alles wat je nodig hebt. Vanuit het bed waan je je volledig in de natuur dankzij de vele ramen. De expeditietrailer wordt namelijk aan alle kanten omsloten door de sprookjesachtige vlindertuin vol wilde bloemen.
Nicky vertelt: “We zijn opgevoed met tuinieren: dat plantje moet daar en dat plantje moet daar. De rest haal je weg want dat heb je niet bedacht. Ook de parken in Nederland zijn een grote kaalslag met gemillimeterd gras en geplante bomen. Het grappige is dat mensen de vlindertuin vaak echt als een oase zien, terwijl het eigenlijk gewoon een kwestie is van de natuur z’n gang laten gaan. Het enige onderhoud dat ik heb, is het behouden van de paden en in juli - als de vlinders uit de pop zijn - knip ik het veld bij zodat de biodiversiteit blijft bestaan.”
Een zijdeur in de expeditetrailer brengt ons naar het privé terras waar een heerlijk plekje is gecreëerd midden in de tuin. Wat missen we nou nog? Ach ja, de douche! En die is er wel degelijk. In de tuin, tussen het hoge gras, steekt een douchekop uit de grond.
Op zondagochtend durf ik het aan om me even op te frissen onder de koude stralen. Slechts gehuld in een handdoekje stap ik door het hoge gras richting onze natuurlijke badkamer. De eerste paar seconden zijn even doorbijten maar na een paar minuten voel ik me zó fris en energiek dat ik me afvraag waarom ik nooit eerder de dag begon met een koude douche.
Stadslandbouwproject Noordoogst - (h)eerlijk eten en buitengewoon drinken
De sfeer in de vlindertuin en op het terrein van Noordoogst in Amsterdam, is ronduit relaxed. We hoeven niks en dat voelt goed. Al slenterend over het terrein, komen we langs allerlei leuke plekjes.
Tegenover Mot in Mokum zit bijvoorbeeld Rookt. Geen straf om deze rokerij als overbuur te hebben: de hele dag door vult ons hoekje van het terrein zich met de lekkerste geuren. Eigenaar Niels deed hiervoor heel wat jaren ervaring op als chefkok en combineert tegenwoordig de oude techniek van het roken met de kennis van nu in zijn eigen rokerij.
Iets verderop vind je De Tuin van Eten. Een afhaalrestaurant met 100% plantaardige producten. Elke week bieden ze een vers menu aan, zodat je altijd verrast wordt. Alle groentes en kruiden die ze voor de gerechten gebruiken, komen uit de moestuin achter de keuken. De Tuin van Eten is een leuke plek voor een fijne afhaalmaaltijd tijdens je verblijf bij Mot in Mokum.
Op het andere stuk van het terrein zitten plekjes als Stadswijngaard NO Chateau Amsterdam waar naast het maken van lekkere wijn, ook het samenbrengen van bezoekers centraal staat. Hier tegenover, in de biertuin, staat de Friekens Brouwerij. Friekens bier wordt - zoals ze zelf zeggen - gebrouwen zonder kunstmatige troep of vreemd fruit. Puur, ecologisch en duurzaam gebrouwen bier. Kijk, daar worden we blij van!
Wij besluiten om te dineren bij restaurant POF, boven de Friekens Brouwerij. Op de menukaart staan alleen producten uit de directe omgeving en bij elk gerecht zit een gepoft ingrediënt wat zorgt voor een unieke smaak. Je proeft hier allerlei lokale wijnen en bieren, zoals het Friekens bier waar ik meteen een flesje van bestel. Vanaf het terras kijken we uit op de stadswijngaard en als dan ook nog eens het zonnetje gaat schijnen, wanen we ons echt even heel ver buiten Amsterdam.
Een tuin vol dankbare insecten - Vlinderen voor beginners
Nieuwsgierig lopen we dit weekend rondjes door de vlindertuin rondom onze expeditietrailer. De boekjes over rupsen, vlinders en planten in de hand. Wat er is veel leven tussen het hoge gras. Als je de tijd neemt, opent zich een hele wereld recht voor je ogen. Veel mensen trekken een vies gezicht als je het over insecten hebt, maar zonder deze beestjes leggen wij zelf het loodje. Dit raakt me. Al struinend door Mot in Mokum, vraag ik me hardop af hoe we onze tuin kunnen inrichten voor vlinders en andere insecten. Daar heeft Nicky na zes jaar zelfstudie over de natuur, een antwoord op.
“Bij het uitzoeken van geschikte vlinderplanten is het belangrijk om onderscheid te maken in waardplant, nectarplant en overwinter-plant. Neem bijvoorbeeld een klimop, die kan al deze functies vervullen in het leven van een vlinder. Hij dient als waardplant: de soortspecifieke plant waar de rupsen van eten. In oktober, wanneer de klimop bloemen krijgt, vormt het een belangrijke nectarplant. Tot slot zijn de bladeren van de klimop perfect om onder te schuilen, vandaar dat het ook een overwinter-plant is voor twee vlindersoorten.”
Biodiversiteit, ook ontzettend belangrijk. Ik dacht goed bezig te zijn met een vlinderstruik in de tuin, maar dit blijkt niet veel zoden aan de dijk te zetten. “De vlinderstruik is een prima tijdelijke nectarplant, maar lang niet voor alle vlinders", vertelt Nicky. "Vrijwel geen vlinder kan de vlinderstruik als waardplant gebruiken en een rol in het overwinteren speelt hij ook niet. In een tuin met enkel vlinderstruiken, zou je dus maar één generatie vlinders hebben.”
Als ik vlinders wil helpen, zal ik dus ook aan de rupsen moeten denken. Want zonder rupsen, geen vlinders. Vandaar dat het belangrijk is om naar de verschillende waardplanten te kijken. Hier is tot Nicky’s spijt veel onduidelijkheid over. “Veel grote tuincentra zetten dan bijvoorbeeld ‘Vlinderlokker’ op een plant. Zo simpel is dat niet, er hangt een heel leven om zo’n beestje heen. Zo’n ‘vlinderlokker’ dient dan bijvoorbeeld alleen als eten voor de vlinder, maar hij moet ook ergens kunnen overwinteren en zijn eitjes kunnen leggen. We mogen ons best wat meer verwonderen over hoe ingewikkeld de natuur in elkaar zit. En het is belangrijk dat dit soort misverstanden de wereld uit worden geholpen, we hebben namelijk niet veel tijd meer om het goed te doen.”
Het pleidooi voor de wilde bij - Bezige bijen
Tussen de vlinders zoemen ook heel wat bijen rond in de tuin. Dit zijn wilde bijen, legt Nicky uit. En nee, dat is niet dezelfde als de honingbij. Ken je al die berichten over het redden van de bijen? Het zijn de inheemse wilde bijen die gered moeten worden, niet de exotische honingbij. Iets dat veel mensen niet weten. Zonder de honingbij missen we (bijen)honing en worden onze exotische gewassen minder goed bestoven. Maar onze wilde bijen doen nog steeds meer dan de helft van de bestuiving en doen dat ook nog eens veel secuurder. Deze zijn dus echt onmisbaar: zonder de wilde bij kan de natuur en dus de mens ook niet bestaan.
Toch zijn we steevast bezig met het redden van de honingbij, terwijl deze onze eigen wilde bij verdrijft. Nicky legt uit: “Mensen worden massaal imker en verdrijven met hun honingbijenvolken de wilde bijen. Daarbij zijn de bloemenzaden die uitgestrooid worden veel te exotisch voor wilde bijen met als gevolg dat alleen honingbijen hierop vliegen. Ook producten als natuurhoning van honingbijen worden positief in de markt gezet, terwijl ze een kaalslag zijn voor de natuur. Dan gaan er letterlijk vrachtwagens met korven honingbijen een natuurgebied in, die honingbijen trekken alles leeg en jagen de wilde bijen weg. In de media is zo’n neiging om bijen te koppelen aan honing, terwijl dit onterecht is.” Hoe je wilde bijen helpt? Door het planten van inheemse en biologische planten bijvoorbeeld. Of door het zorgen voor insectenhotels en aarden wallen, 60% van de wilde bijen nestelt namelijk onder de grond.
Om zijn educatie voor iedereen toegankelijk te maken heeft Nicky op zijn website een gratis overzicht gezet met waardevolle planten voor vlinders en rupsen. Interessant om er eens bij te pakken. Daarbij geeft hij regelmatig de cursus ‘Stadstuinieren voor meer Vlinders’ en organiseert hij ‘Nachtvlindernachten’ waarbij je na een lezing op zoek gaat naar nachtvlinders. Tot slot kun je je regelmatig aansluiten bij de Vlinder-theekrans [tuinieren om de wereld te redden] bij vlindertuin Buikslotermeerplein in Amsterdam.
Zelden maakte ik zo’n educatieve overnachting mee als bij vlindertuin Mot in Mokum in Amsterdam. In gedachten verzonken sta ik zondagmiddag, een halfuur voor uitcheck, in de bloemenzee van de vlindertuin. Mijn blote voeten in het gras. De ultieme vrijheid. Dit gevoel neem ik mee naar huis. Net als mijn nieuwe kennis over vlindervriendelijk tuinieren, waardoor ik blij ben om bij thuiskomst toch hier en daar rupsenvraat te spotten. Alle insecten zijn welkom in mijn Bredase stadstuin. Ik ontvang ze met open armen.
Liefs,